Psychomotorische kindertherapie (PMKT)
De therapie is bij uitstek geschikt voor kinderen en jongeren met een ontwikkelingsleeftijd van 3 t/m 16 jaar die niet lekker in hun vel zitten, wat vastlopen in hun ontwikkeling en dat uiten in hun gedrag. Ze willen liever iets doen, dan praten. Psychomotorische kindertherapie biedt ze een mogelijkheid om nieuwe/andere ervaringen op te doen, waarbij de therapeut samen met het kind stil staat bij wat het voelt, beleeft en ervaart. Hierdoor komt de ontwikkeling weer op gang. Daarnaast is de therapie geschikt voor kinderen met onplezierige of traumatische ervaringen en kinderen met hechtingsproblemen, ontwikkelings- en/of gedragsstoornissen.
Elk kind beweegt zich op eigen wijze in de wereld. De ervaringen die het kind daarbij opdoet, bepalen de cognitieve, sensorische, motorische, emotionele en sociale ontwikkeling, ook in het latere volwassen leven. Daarom zijn bewegen en spelen de belangrijkste instrumenten in de behandeling door de psychomotorisch kindertherapeut. Bij PMKT wordt door de therapeut afgestemd op het ontwikkelingsniveau van het kind en wordt ingespeeld op de specifieke behoeftes en gevoelens van het kind.
Binnen de PMKT kunnen de bewegings- en lichaamsgerichte werkvormen zich richten op:
Sociaal-emotioneel gedrag:
- Vergroten van het zelfvertrouwen;
- Ontwikkelen van een positief zelfbeeld;
- Het herkennen en reguleren van emoties;
- Het onder woorden brengen van emoties;
- De weerbaarheid vergroten;
- Contact maken en onderhouden;
- Meer ontspannen zijn.
- Bewustwording van lichaamssensaties;
- Plezier in bewegen vergroten;
- Motorische basisvaardigheden versterken;
- Geconcentreerd bewegen;
- Coördinatie verbeteren;
- De fijne motoriek ondersteunen;
- Afstemmen van het gedrag op de ander.
- Bewustwording van eigen gedrag;
- Bewustwording gevolgen van gedrag;
- Psycho-educatie;
- Aandacht vergroten;
- Motivatie vergroten;
- Oefenen met plannen en organiseren;
- Informatieverwerking ondersteunen.
Kracht
De kracht van de psychomotorische therapie ontstaat doordat het een opbouw heeft, waarbij de therapeut zorgvuldig observeert, aansluit en daar waar het kind het aankan, iets toevoegt om het kind uiteindelijk vanuit zichzelf te laten groeien in hetgeen het nodig heeft. De therapie heeft een benadering die bewegings- en ervaringsgericht is.
De therapeut heeft daarbij keuze uit een breed aanbod van middelen, zoals bewegen, lichaamsgerichte oefeningen, spel, ritme, natuur en creatieve materialen. De therapeut zet het middel in waarmee het kind zich het beste kan uiten. De veilige therapeutische omgeving en de deskundige reactie van de therapeut brengen een veranderingsproces tot stand. Het kind krijgt de kans om nieuwe ervaringen op te doen en/of negatieve ervaringen te verwerken. In samenwerking met ouders en andere betrokkenen uit de leefomgeving van het kind, ondersteunen we het proces en zorgen we ervoor dat ouders en kind weer in staat zijn op eigen kracht verder te gaan.
In de opbouwende fase staat het helder krijgen van de vraag, het observeren van het gedrag en het opbouwen van een vertrouwensband centraal. Aansluiten bij de belevingswereld en het volgen van het gedrag, waarbij het kind gezien en gehoord wordt. Gevoelens benoemen, luisteren zonder oordeel, kalm en rustig blijven en duidelijkheid bieden, staan hierbij centraal.
In de verdiepende fase is er ruimte om naast het volgen van het gedrag, ook iets toe te voegen, uit te dagen, op zoek te gaan naar oplossingen en om te gaan met tegenvallers. De therapeut nodigt het kind uit om te experimenteren met verschillende manieren van reageren. Al bewegend en voelend leert het kind zijn lichaamssensaties te koppelen aan zijn emoties en deze op een rustige manier onder woorden te brengen. Zonodig ondersteunt de therapeut bij het reguleren van emoties. Als dit steeds zelfstandiger gaat en positieve ontwikkelingen meer eigen worden, groeit het zelfvertrouwen. Er worden veel succeservaringen opgedaan. In de transferfase is te zien dat de positieve ontwikkeling ook zichtbaar wordt in andere
De transferfase van de therapie kan ondersteund worden door de psychomotorische therapie samen met leeftijdgenoten of gezinsleden plaats te laten vinden. Zo kan hetgeen ervaren en geoefend is, onder begeleiding in de praktijk worden gebracht. Het is fijn om van elkaar te leren, elkaar te ondersteunen en versterken. Als de doelen behaald zijn, wordt het tijd om af te bouwen en feestelijk af te gaan sluiten!
Verschillende fasen
In de opbouwende fase staat het helder krijgen van de vraag, het observeren van het gedrag en het opbouwen van een vertrouwensband centraal. Aansluiten bij de belevingswereld en het volgen van het gedrag, waarbij het kind gezien en gehoord wordt. Gevoelens benoemen, luisteren zonder oordeel, kalm en rustig blijven en duidelijkheid bieden, staan hierbij centraal.
In de verdiepende fase is er ruimte om naast het volgen van het gedrag, ook iets toe te voegen, uit te dagen, op zoek te gaan naar oplossingen en om te gaan met tegenvallers. De therapeut nodigt het kind uit om te experimenteren met verschillende manieren van reageren. Al bewegend en voelend leert het kind zijn lichaamssensaties te koppelen aan zijn emoties en deze op een rustige manier onder woorden te brengen. Zonodig ondersteunt de therapeut bij het reguleren van emoties. Als dit steeds zelfstandiger gaat en positieve ontwikkelingen meer eigen worden, groeit het zelfvertrouwen. Er worden veel succeservaringen opgedaan. In de transferfase is te zien dat de positieve ontwikkeling ook zichtbaar wordt in andere situaties en wordt ook de omgeving begeleid en gestimuleerd het kind hierbij te ondersteunen.
De transferfase van de therapie kan ondersteund worden door de psychomotorische therapie samen met leeftijdgenoten of gezinsleden plaats te laten vinden. Zo kan hetgeen ervaren en geoefend is, onder begeleiding in de praktijk worden gebracht. Het is fijn om van elkaar te leren, elkaar te ondersteunen en versterken. Als de doelen behaald zijn, wordt het tijd om af te bouwen en feestelijk af te gaan sluiten!